Het eerste deel van de muur werd gemaakt in 200 v. Christus in de Qin- dynastie, dat betekent dat toen de familie Qin aan de macht was (er zijn trouwens heel veel dynastieën). De Chinese muur was een verdedingsmuur voor legers uit het noorden. Dat waren de Hunnen, de Mongolen en de Mandsjoes. Het eerste stuk muur is gemaakt van aarde en leem, dat is een soort kleiachtige grond met veel zand. Daarna gingen ze steen gebruiken en werden er wachttorens gemaakt. Er werkten 500.000 zwakke arbeiders aan de muur. Sommige mensen denken dat er voor elke meter een man is gestorven.
Tijdens de tijd dat de familie Tang aan de macht was werd de muur slechter. Toen de familie Ming aan de macht was werd de muur verlengd en hersteld. Ook werden in die tijd stukken muur aangebouwd.
De muur werd door miljoenen mensen bewaakt. Dat deden ze uit ruim 1000 forten en uitkijktorens. Als er vijandige legers aan kwamen staken ze een mengsel van hout, stro en mest in brand. 100 jaar later waren de Hunnen nog steeds niet verslagen. De Ming voerde oorlogen tegen de Mongolen en de Mandsjoes.
Tijdens de Ming-dynastie waren ook de laatste grote uitbreidingen. Soldaten die vanuit de torens de wacht hielden, zagen een vijand het eerst. Afhankelijk van hoeveelheden soldaten van het vijandelijk leger werden rookwolken gemaakt: één rookwolk voor honderd soldaten, twee rookwolken voor meer dan 500, drie rookwolken voor meer dan duizend, vier rookwolken voor meer dan 5000 en vijf rookwolken voor meer dan 10.000 vijandelijke manschappen. Na de uitvinding van het buskruit werden ook kanonschoten als waarschuwing afgevuurd. Toen de muur klaar was trok het land zich terug. Daarmee gaven ze ook duizenden vierkante kilometers weg aan de nomaden. Het zou de Chinezen niet helpen, want in 1644 werd China toch veroverd door de Mandsjoes.
Maak jouw eigen website met JouwWeb